Verzekering en bewind

insights
Kennis
Erfrecht
gepubliceerd
auteur
Rob van de Beeten

In vorige blogs heb ik aandacht besteed aan testamentair bewind en verzekeringsuitkeringen. In deze bijdrage combineer ik beide onderwerpen.

Nog even ter herinnering: in een testament kan de erflater bepalen, dat een erfgenaam of iemand die een ‘schenking’ (legaat) krijgt daar niet zelf over mag beschikken, maar daarvoor medewerking van een bewindvoerder nodig heeft. De begunstigde kan niet eerder dan na 5 jaar opheffing vragen als hij of zij kan aantonen zelf een goed beheer te zullen voeren. Iemand die in een verzekeringspolis is aangewezen als begunstigde bij overlijden, heeft niets te maken met een testament. Anders gezegd: wat in een testament staat, heeft geen gevolgen voor de uitkering van een verzekerde som. De begunstiging die in de polis staat, staat helemaal los van de inhoud van een testament. Wie erfgenaam is, kan toch naast zo’n uitkering grijpen, omdat er een verouderde begunstiging in de polis staat. En de testamentaire bewindvoerder heeft niets te zeggen over een verzekeringsuitkering.

Het kan echter nog ingewikkelder worden, namelijk als in de polis is bepaald dat de verzekeringsuitkering onder bewind komt te staan. De wet biedt die mogelijkheid en er zijn situaties waarin het vermogen uit verzekering meer omvat dan het vermogen in de nalatenschap zelf. Dan is er dus ook een goede reden voor bewind, bijvoorbeeld bij nog jong-volwassen begunstigden die je beter maar niet meteen het beheer van veel geld kunt toevertrouwen. De wet zegt dan, dat op dit bewind dezelfde regels van toepassing zijn als bij een bewind dat via een testament is ingesteld.

Er is echter wel een verschil: bij een testamentair bewind is degene die dit bepaalde per definitie overleden. Bij een verzekeringsuitkering hoeft dat niet zo te zijn: de polis kan zijn gesloten op het leven van een ander dan de verzekeringnemer. Na overlijden van de verzekerde kan zo’n verzekeringnemer nog in leven zijn. In zo’n situatie kan de verzekeringnemer samen met de begunstigde een besluit nemen om het bewind op te heffen. Dat besluit wordt dan enkel meegedeeld aan de bewindvoerder. Hier komt dus geen rechter aan te pas.

Dat is weer anders in het geval ook een derde nog belang heeft bij dat vermogen uit de polis. Bijvoorbeeld omdat een minderjarige samen met een volwassene begunstigd was. Die minderjarige wordt normaal gesproken vertegenwoordigd door zijn ouders; dan speelt dus voor dat kind geen bewind. Dan komt de rechter er dus wel aan te pas om het bewind van de mede-begunstigde te wijzigen.

En ook bij zo’n bewind over een vermogen uit een verzekering kan de situatie zich voordoen, dat de begunstigde al onder beschermingsbewind stond. Dan is er dus een door de rechter noemde bewindvoerder en dat kan een ander zijn dan de bewindvoerder uit de polis. Dat is natuurlijk onwenselijk en kost ook extra geld als bewindvoerders aanspraak hebben op vergoeding (loon). Voor deze situatie biedt de wet geen oplossing en in de rechtspraak ben ik die ook nog niet tegengekomen. De tijd zal leren hoe dit uitpakt.

Vragen? Stuur gerust een bericht naar Naam
Rob
Rob van de Beeten

Bekijk ook deze insights m.b.t. expertise

Bekijk het laatste nieuws en berichtgeving omtrent expertise.